
Wat zou er gebeuren als iemand je identiteit steelt en in jouw naam misdaden pleegt? Dat overkomt Dana Halter, een jonge, dove vrouw die als onderwijzeres op een dovenschool werkt. Als zij op een ochtend in haast haar appartement verlaat en in haar auto springt, te laat voor een afspraak bij de tandarts, vergeet ze voorrang te verlenen en wordt ze door de politie aangehouden. de agent controleert haar persoonsgegevens en arresteert haar ogenblikkelijk. Ze wordt verdacht van fraude, autodiefstal, drugsbezit, poging tot doodslag en nog veel meer. Strafbare feiten gepleegd op plaatsen waar ze nog nooit is geweest en waarvan ze zelfs nog nooit heeft gehoord. Samen met haar geliefde gaat Dana op reis door de Verenigde Staten, op zoek naar degene die haar identiteit heeft gestolen en haar leven in zijn greep houdt. De lezer volgt het leven van zowel Dana als de fraudeur. Als hun paden elkaar uiteindelijk kruisen komt het tot een explosieve confrontatie.
Boekinformatie
Schrijver: T.C. Boyle
Titel: Talk talk
Uitgeverij: Anthos
Jaartal: 2006
Bladzijden: 326
Vertaler: Gerda Baardman, Tjadine Stheeman
Genre: psychologisch verhaal, thriller
Leeftijd: 18+
Mijn mening: 3 sterren
- ik heb dit boek in 2014 meegenomen uit Leeszaal West
- dit boek is niet meer in mijn bezit (weggegeven aan Leeszaal West in Rotterdam)
- ik las het boek van 15 april t/m 6 mei 2018 en dit was boek 60 van de boeken die ik in 2018 gelezen heb.
Mijn samenvatting
Ze was zoals gewoonlijk weer eens aan de late kant, een karakterzwakte van haar, ze wist het, maar ze zag haar tas nergens en toen ze die eenmaal had gevonden (onder haar blauwe ribfluwelen jasje aan de kapstok in de vestibule), kon ze haar sleutels nergens vinden. Die hadden in haar tas moeten zitten, maar daar waren ze niet, en daarom maakte ze een ronde door haar woning – twee rondes, drie – voordat ze op het idee kwam om in de zakken te kijken van de spijkerbroek die ze gisteren aan had gehad, maar waar lag die broek? Geen tijd voor toast. Laat de toast maar zitten, laat het hele ontbijt maar zitten. De sinaasappelsap was op. De boter en roomkaas waren ook op. De krant op de mat was het zoveelste struikelblok. Piswarm – was dat een aanvaardbare term? Ja, píswarme koffie in een vuile mok, een snelle blik in de achteruitkijkspiegel om lippenstift en kapsel te controleren, vervolgens zette ze de auto in zijn achteruit en reed de straat op. (blz. 13)
Dana is doof en werkt als leerkracht. Ze heeft deze ochtend haast om weg te gaan, maar alles zit tegen. Ze heeft een afspraak bij de tandarts voordat ze aan het werk gaat. Ze stapt snel in de auto en gaat op weg. Onderweg vergeet ze voorrang te geven en ze wordt staande gehouden door een politieauto. Als de agent haar gegevens controleert blijkt ze gezocht te worden door de politie. Hij arresteert haar onmiddellijk.
Aanvankelijk was ze te bang om iets te zeggen, versuft gehoorzaamde ze, overvallen door de primitieve angst van het moment. Met zijn wapen op haar gericht, sleurde hij haar de auto uit, duwde haar gezicht tegen het hete metaal en glas van haar eigen auto en draaide haar armen op haar rug zodat hij haar in de boeien kon slaan, zijn gewicht drukte zwaar op haar totdat ze voelde hoe hij met het aambeeld van zijn knie haar benen in spreidstand dwong. Vervolgens pakte hij haar beet, eerst haar enkels, waarna hij over haar benen omhoogging tot aan haar heupen, haar buik, haar oksels, kloppend, fouillerend. Hij rook sterk naar hormonen, naar minachting en verontwaardiging, zijn hete adem explodeerde met de wrijf- en plofklanken van zijn woorden in haar oor. Hij was bruusk, hardhandig, nietsontziend. Misschien waren er wel vragen, bevelen, een vergoelijkende verzachtende toon, maar ze kon niet horen en ze zag zijn gezicht niet – en haar handen, haar handen waren gevangen als vissen aan een stok.
Dana komt in de gevangenis. Ze wordt van allerlei misdaden beschuldigd, waaronder autodiefstal op plaatsen waar ze nog is geweest. Dana is het slachtoffer van identiteitsfraude. Als ze na een paar dagen weer naar huis mag besluit ze op zoek te gaan naar de persoon die haar identiteit misbruikt. Samen met haar vriend komen ze achter zijn telefoonnummer.
Toen werd alles stil, de luidsprekers vielen weg. Madison bewoog haar mond maar er kwam niets uit, de kinderen met hun blote benen renden geluidloos heen en weer langs de schappen en zelfs de baby’s met hun paars aangelopen gezichtjes hielden halverwege een schreeuw op met krijsen. Hij werd misselijk. Hij had het gevoel alsof iemand hem met een scherp voorwerp opensneed. En hij beefde, beefde zowaar, toen hij het gesprek verbrak en de telefoon in zijn Haines-etui schoof.
Zijn eerste ingeving was Natalia zoeken en wegwezen, in de auto stappen en hard wegrijden, maar die aandrang wist hij te onderdrukken. Het was niets – of nee, het was wél iets, wel degelijk iets, iets ergs – maar er was geen reden tot paniek. Dan hadden ze zijn telefoonnummer maar – dat was onvermijdelijk. Hij moest een andere telefoon kopen, niets aan de hand, maar stel dat ze hem op een of andere manier konden traceren of achterhalen waar hij woonde? Ach nee, zei hij tegen zichzelf, dat was onzin. Hij was veilig. Hij was in orde. Alles was in orde. (blz. 84)
De man schrikt hier van, maar hij weet zeker dat ze hem verder niet kunnen vinden. Toch is hij de rest van de dag van slag. Zal deze man de identiteit van Dana blijven gebruiken? Vinden Dana en haar vriend deze man? Kan Dana de politie overtuigen dat haar identiteit is gestolen?
Mijn mening
Ik vond het in het begin een spannend en fascinerend verhaal, maar later in het boek werd het verhaal traag. Ik was niet zo geïnteresseerd in het leven van de man die identiteitsfraude heeft gepleegd. Ik wilde wel graag weten of er een confrontatie zou plaatsvinden en wat er dan zou gebeuren.