Jonathan Littell – De Welwillenden (2015-119)

boekomslag Jonathan Littell - De Welwillenden

De Welwillenden is het minutieus beschreven verslag van alles wat Max Aue tijdens de oorlog aan het oostfront, in Polen, Hongarije, de Oekraïne, Rusland en in Berlijn heeft meegemaakt. De lezer maakt kennis met schuldigen die ook slachtoffers zijn, slachtoffers die ook schuld dragen en met beulen die geen enkel schuldgevoel kennen. Tijdens de oorlog klimt Aue op tot in de hoogste rangen van de SS, hij beschrijft enerzijds hoe zijn Einsatzkommando zonder aarzeling hele dorpen uitmoordde, hoe hij later een cruciale rol speelde bij de Endlösung der Judenfrage, en fileert anderzijds haarfijn het gedrag en de drijfveren van de mensen om hem heen. Aue wordt ingedeeld bij de persoonlijke staf van Himmler. Via die weg raakt hij direct betrokken bij de Holocaust.

Boekinformatie
Schrijver: Jonathan Littell
Titel: De Welwillenden
Uitgeverij: De Arbeiderspers
Jaartal: 2008
Bladzijden: 978
Vertaler: Janneke van der Meulen, Jeanne Holierhoek
Genre: oorlog & verzet, psychologisch verhaal
Leeftijd: 18+
Mijn mening: 3 sterren

  • ik kocht dit e-boek in april 2014
  • ik las het boek van 19 juli t/m 1 augustus 2015 en dit was boek 119 van de boeken die ik in 2015 gelezen heb

Over het verhaal

Mensenbroeders, laat me u vertellen hoe het is gegaan. Wij zijn uw broeders niet, zult u antwoorden, en we willen het niet eens weten. Het is inderdaad een treurige geschiedenis, zij het ook een stichtelijke, echt een verhaal met een moraal. Wel zou het een vrij lang verhaal kunnen worden, want er heeft zich heel wat afgespeeld, maar misschien bent u niet al te gehaast, met een beetje geluk hebt u de tijd. Bovendien gaat dit alles ook u aan: u zult zien dat het ook u aangaat. En denkt u nu niet dat ik ga proberen u ergens van te overtuigen, u moet zelf maar zien wat u ervan vindt. Dat ik na al die jaren het besluit heb genomen te gaan schrijven, is om het allemaal eens helder te ordenen, voor mezelf, niet voor u. Een hele tijd kruip je als ene rups over de aard rond, in afwachting van de prachtige, doorschijnende vlinder die je in je draagt. Maar de tijd verstrikt, de verpopping blijft uit, nog steeds ben je een larf, en wat doe je met die droevige constatering? Zelfmoord is uiteraard altijd een optie. Toch trekt zelfmoord mij eerlijk gezegd niet zo. De mogelijkheid heeft lang door mijn hoofd gespeeld, allicht, en als het er alsnog van moest komen, dan zou ik het als volgt aanpakken: ik zou een granaat tegen mijn hart drukken en heengaan in een felle vreugdeflits. (blz. 4)

Max Aue is een oude man als hij besluit zijn verhaal op te schrijven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij een SS-er. Hij richt zich in het begin van zijn verhaal tot de lezer en zegt dat de lezer waarschijnlijk net zo zou hebben gehandeld als hij zelf deed…

Natuurlijk, er kunnen vrij nauwkeurig niveaus van strafrechtelijke verantwoordelijkheid worden vastgesteld, die het mogelijk maken om sommigen te veroordelen en alle anderen uit te leveren aan hun eigen geweten, voor zover ze dat hebben; dit gaat des te gemakkelijker omdat de wetten komen na de feiten, kijk naar Neurenberg. En zelfs daar hebben ze maar wat gedaan. Waarom hebben ze Streicher opgehangen, die machteloze schreeuwlelijk, en niet de boosaardige Back-Zelewski? Waarom hebben ze mijn superieur Rudolf Brandt opgehangen en niet die van hem, Wolff? Waarom hebben ze minister Frick opgehangen en niet zijn ondergeschikte Stuckart, dat hij zijn handen nooit met bloed heeft bezoedeld, alleen met inkt. Nog eens, voor alle duidelijkheid: ik probeer niet te zeggen dat ik aan bepaalde feiten niet schuldig zou zijn. Ik ben schuldig en u niet, mooi zo. Maar u zou toch in staat moeten zijn tegen uzelf te zeggen dat u ook zou hebben gedaan wat ik deed. Misschien met minder inzet, misschien ook met minder wanhoop, maar toch op de een of andere manier. (blz. 27)

Max vertelt hoe hij aanwezig was bij de executie van vrachtwagens vol joden…

In elke wagen werden ongeveer dertig joden samengeperst, in totaal waren het er zo’n honderdvijftig, maar we hadden niet meer dan drie vrachtwagens tot onze beschikking, er zou een tweede rit moeten worden gemaakt. Toen de wagens vol waren, beduidde Nagel me in de Opel te stappen, en gevolgd door de vrachtauto’s reed hij in de richting van het bos. Aan de bosrand stond het kordon al klaar. De vrachtwagens werden uitgeladen, waarna Nagel beval een aantal joden te kiezen die moesten gaan graven; de andere zouden blijven wachten. Een Hauptscharfühurer selecteerde, spaden werden uitgedeeld; Nagel formeerde een escorte en de groep verdween in het bos. De vrachtwagens waren alweer weg. Ik bekeek de joden: die welke het dichtst in mijn buurt stonden, zagen er bleek maar kalm uit. Nagel kwam naar me toe en begon heftig tegen me te praten, wijzend naar de joden: ‘Het is nodig, begrijpt u? Menselijk lijden mag hier helemaal niet tellen.’ – ‘Ja, maar toch telt het een beetje.’ Dit kon ik niet vatten: de diepe kloof, de volstrekte onevenredigheid tussen het gemak waarmee kan worden gedood en hoe moeilijk het moet zijn om te sterven. Wat voor ons de zoveelste rottige werkdag was, werd voor hen het definitieve einde. (blz. 107)

Max beschrijft ook de vele feestjes waar hij naar toe gaat, de hoeveelheden drank die er gedronken werden. Zijn werk ziet hij als iets wat hem is overkomen. Hij is trots op het feit dat hij ervoor kan zorgen dat dingen efficiënt gebeuren. Wat maakt Max allemaal mee in de Tweede Wereldoorlog? Is Max zo onschuldig als hij zelf denkt? Of is er meer aan de hand?

Mijn mening

Ik vond het een verschrikkelijk en fascinerend verhaal. Max vindt zichzelf helemaal geen slecht persoon, maar door de gruwelen die hij beschrijft denk ik daar toch anders voor. Het einde vond ik raar en niet goed bij het verhaal passen.

Vergelijkbare berichten