Haruki Murakami – Dans dans dans (2017-71)
Vreemde dromen lokken de held uit ‘De jacht op het verloren schaap’ terug naar het Dolfijnenhotel. Een weerzien met de mysterieuze Schaapman leidt tot bizarre ontmoetingen met een aantrekkelijke maar nerveuze receptioniste, een eenarmige Amerikaanse dichter, een nukkig tienermeisje, een gefrustreerde acteur, een betoverende callgirl en een zelfvoldane schrijver (Hiraku Makimura). Dan is er nog Michael Jackson als Abessijnse prins en Boy George die uit de hemel neerdaalt. Hoe zijn ze allemaal met elkaar verbonden? En waarom vallen er steeds meer dodelijke slachtoffers?
Boekinformatie
Schrijver: Haruki Murakami
Titel: Dans dans dans
Uitgeverij: AtlasContact
Jaartal: 2008
Bladzijden: 472
Vertaler: Luk van Haute
Genre: geen
Leeftijd: 18+
Mijn mening: 3 sterren
- Ik kocht dit boek in januari 2014 op het Boekenfestijn in Rotterdam
- mijn exemplaar was de 7e druk uit 2013 van uitgeverij Olympus
- Ik las het boek van 15 t/m 17 juli 2017 en dit was boek 71 van de boeken die ik in 2017 gelezen heb.
Mijn samenvatting
Ik droom vaak van het Dolfijnenhotel.
In die dromen maak ik daar deel van uit. Ik bedoel, ik maak er letterlijk deel van uit, als een soort aanhoudende toestand. De proporties van het Dolfijnenhotel zijn vertekend. Het ziet er heel langgerekt uit, zodat het eerder op een lange overdekte brug lijkt dan op een hotel. Die brug strekt zich uit van de oertijd tot het einde van het heelal. En daar maak ik dus deel van it. Iemand laat er tranen vloeien. Tranen om mij.
Het hotel heeft mij in zich opgenomen. Ik kan duidelijk de hartslag en de warmte ervan voelen. In mijn dromen ben ik opgegaan in het hotel.
Ziedaar mijn dromen.
Ik word wakker en vraag me af waar ik ben. Ik denk het niet alleen, ik stel mezelf ook echt hardop de vraag: ‘Waar ben ik?’ Het is echter een zinloze vraag. Onnodig hem te stellen, het antwoord is al bekend. Dit is mijn even. Mijn bestaan. Een aanhangsel van het werkelijke wezen dat ik ben. Een handjevol omstandigheden, zaken, toestanden die, hoewel ik me niet meteen herinner er toestemming voor te hebben gegeven, onopgemerkt mijn eigenschappen zijn gaan uitmaken. Af en toe slaapt er een vrouw naast me. Maar meestal ben ik alleen. Het geraas van de autosnelweg die vlak tegenover mijn flat loopt, het whiskyglas naast mijn hoofdkussen (er zit nog een bodempje van vijf millimeter in), en het vijandige – of misschien gewoonweg onverschillige – stoffige ochtendlicht. Soms regent het. Wanneer het regent, blijf ik gewoon in bed liggen suffen. (blz. 5)
De hoofdpersoon droomt regelmatig over het Dolfijnenhotel. Hij is hier jaren geleden geweest met een toenmalige vriendin. Het hotel maakte toen niet veel indruk op hem. De man besluit om er nog eens naar toe te gaan. Het hotel blijkt veranderd te zijn. Vroeger was het een klein oud hotelletje, maar nu is het een standaard zakenhotel. Er blijken rare dingen te gebeuren in het Dolfijnenhotel. De receptioniste, waar de man verliefd op wordt, vertelt hem over een rare gebeurtenis waar ze in terecht kwam. Op een avond, na haar werk, ging ze met de lift naar haar kamer. Toen ze op de verdieping kwam en uit de lift stapte was het pikzwart, alsof ze in een andere dimensie was gekomen. Ze rende terug de lift in en is sinds die tijd bang om met de lift te gaan. De man gelooft haar verhaal niet echt, tot hij het zelf meemaakt.
Het was een angstwekkend volmaakte duisternis.
Ik kon niet één vorm onderscheiden. Zelfs mijn eigen lichaam was onzichtbaar. Ik ving ook geen enkel teken van leven op. Er was alleen het zwarte niets.
In die complete duisternis kreeg mijn eigen wezen iets zuider conceptueels. Mijn vleselijke lichaam loste op in het donker, terwijl mijn ik tot een onsubstantieel concept werd dat als ectoplasma in de lucht zweefde. Ik was bevrijd van mijn lichaam, maar ik kreeg geen nieuwe bestemming aangewezen. Ik doolde rond in die lege ruimte, op de vreemde scheidslijn tussen boze droom en werkelijkheid.
Ik bleef daar een hele tijd als verstijfd staan. Ook al wilde ik me bewegen, mijn ledematen hadden hun oorspronkelijke gevoel verloren, als waren ze verlamd. Het was net alsof ik op een diepe oceaanbodem geplet werd. De dichte duisternis oefende een vreemde zwaartekracht op me uit. De stilte drukte tegen mijn trommelvliezen. Ik probeerde mijn ogen toch ietwat te laten wennen aan het donker, maar het was tevergeefs. Het was geen halfbakken duisternis waar je ogen na verloop van tijd aan wennen; het was complete duisternis. Het was diepe, ondoordringbare duisternis, alsof de ene laag zwarte inkt over de andere was geschilderd. Onbewust doorzicht ik mijn zakken. In de rechter zaten mijn portefeuille en sleutelbos. In de linker de keycard van mijn kamer, een zakdoek en wat kleingeld. Geen van die dingen had enig nut in het donker. Voor het eerst had ik spijt dat ik gestopt was roken; anders had ik tenminste een aansteker of lucifers bij me gehad. Maar het had geen zin om daar nu over te treuren. Ik haalde mijn handen weer uit mijn zakken en stak ze uit naar waar ik een muur vermoedde. Ik voelde een hard verticaal oppervlak. Er was een muur. Die was glad en kil – te kil voor een muur van het Dolphin Hotel. De muren van het Dolphin Hotel waren niet zo koud. De airconditioning hield de lucht immers altijd op een gematigde temperatuur. Ik maande mezelf aan om te kalmeren en rustig na te denken. (blz. 92)
De man heeft geen idee waar hij terecht is gekomen, maar het voelt enigszins vertrouwd. De maanden die volgen verblijft de man afwisselend in het Dolfijnenhotel en Tokyo. In het Dolfijnenhotel komt hij voornamelijk voor de mooie receptioniste en de vreemde gebeurtenissen. In Tokyo heeft hij afspraken met een oud-klasgenoot die tegenwoordig een beroemd Japans acteur is. Ook hier gebeuren vreemde dingen. Komt de man er achter wat er aan de hand is in het Dolfijnenhotel?
Mijn mening
Ik heb de afgelopen jaren meerdere boeken van Haruki Murakami gelezen en ze hebben gemeen dat er raadselachtige gebeurtenissen in zijn verhalen voorkomen. Daar hou ik van, want het geeft sfeer aan zijn verhalen. In Dans, dans, dans komen ook raadselachtige gebeurtenissen voor, maar voor de rest vond ik dit een saai verhaal. Het verhaal was wel interessant genoeg om door te lezen, maar het is een gemiddeld verhaal. Oftewel, ik vond dit niet één van zijn beste romans.