boekomslag Emily St John Mandel - Station Elf

DAG 1: De Georgische Griep raast als een neutronenbom over het aardoppervlak. Volgens nieuwsberichten ligt het sterftecijfer op nagenoeg 100 procent. DAG 14: De beschaving is ten onder gegaan. Twintig jaar later trekt het Reizende Symfonieorkest, een toneel- en muziekgezelschap, langs de nederzettingen rondom de Grote Meren van Noord-Amerika, om Beethoven ten gehore te brengen en Shakespeare op te voeren. ‘Want overleven is niet genoeg.’ Het leven in de nieuwe wereld lijkt betrekkelijk veilig, maar de onzekerheid is groot en gevaren dreigen. Want kun je overleven zonder antibiotica, stromend water en talloze andere alledaagse gemakken die met de wereld zoals wij die kennen verloren zijn gegaan?

Boekinformatie
Schrijver: Emily St. John Mandel
Titel: Station Elf
Uitgeverij: Atlas Contact
Jaartal: 2015
Bladzijden: 384
Vertaler: Astrid Huisman
Genre: science fiction
Leeftijd: 18+
Mijn mening: 4 sterren

  • Ik heb dit boek in 2015 als recensieboek gekregen via de Club van Echte Lezers (uitgeverij Atlas Contact)
    • dit boek is niet meer in mijn bezit
  • Ik las dit boek van 23 t/m 24 mei 2015 en dit was boek 88 van de 203 boeken die ik in 2015 gelezen heb

Mijn samenvatting

De koning stond ontmeerd in een zee van blauw licht. Dit was het vierde bedrijf van King Lear, een winteravond in het Elgin Theatre te Toronto. Eerder die avond hadden drie kleine meisjes, jonge versies van Lears dochters, een klapspelletje op het toneel gedaan terwijl het publiek binnenstroomde, en nu waren ze in de waanzinscène teruggekeerd als hallucinaties. De koning struikelde en reikte naar hen, terwijl ze rondfladderden in het halfduister. Zijn naam was Arthur Leander. Hij was eenenvijftig en had bloemen in zijn haar.
‘Herkent u mij?’ vroeg de auteur die Gloucester speelde.
‘Ik herinner me je ogen nog heel goed,’ zei Arthur, afgeleid door de kinderversie van Cordelia, en toen gebeurde het. Er veranderde iets in zijn gezicht, hij struikelde, hij reikte naar een zuil, maar schatte de afstand verkeerd in en sloeg er hard tegenaan met de zijkant van zijn hand.
‘Onder hun middel zijn het centauren,’ zei hij, en niet alleen was dit de verkeerde regel, ook was de voordracht kortademig, zijn stem nauwelijks hoorbaar. Zijn hand bracht hij naar zijn borst alsof het een gewond vogeltje was. De acteur die Edgar speelde hield hem scherp in de gaten. Het was op dat moment nog steeds mogelijk dat Arthur acteerde, maar op de eerste rij van de stalles verrees een man van zijn stoel. Hij volgde een opleiding tot ambulanceverpleegkundige. De vriendin van de man trok aan zijn mouw en siste: ‘Jeevan! Wat doe je?’ Jeevan zelf wist het aanvankelijk niet zeker, de rijen achter hem mompelden dat hij moest gaan zitten. Er kwam een zaalwacht op hem af. Op het toneel begon het te sneeuwen.
‘Het winterkoninkje doet het,’ fluisterde Arthur, en Jeevan, die het toneelstuk goed kende, besefte dat de acteur twaalf regels was gesprongen. ‘Het winterkoninkje…’
‘Meneer,; zei de zaalwacht, ‘wilt u zo vriendelijk zijn…’
Maar Arthur Leander kwam tijd tekort. Hij wankelde, zijn ogen stonden wazig, en voor Jeevan was het duidelijk dat hij geen Lear meer was. Jeevan duwde de zaalwacht opzij en sprintte richting het trapje dat naar het toneel leidde, maar door het gangpad kwam er een tweede zaalwacht aangerend, waardoor Jeevan niet anders kon dan zich zonder hulp van het trapje op het toneel te werpen. (blz. 11)

Arthur overlijdt op het podium. Jeevan kan hem niet redden. Hij ziet een jong meisje op het podium, één van de kleine meisjes die in het toneelstuk meespeelden, en gaat naar haar toe. Hij probeert haar te troosten en af te schermen van wat er op het podium gebeurt. Even later wordt ze door iemand van het gezelschap opgehaald. Jeevan gaat naar huis. Zijn vriendin is nergens in het theater te zien. Ze heeft niet op hem gewacht. Hij besluit lopend naar huis te gaan. Onderweg wordt hij gebeld door Hua, een vriend van hem. Die zegt dat hij de stad uit moet. De Georgische Griep is uitgebroken en het is ontzettend besmettelijk.

‘Luister,’ zei Hua, ‘je moet de stad uit.’
‘Wat? Vanavond? Wat is er aan de hand?’
‘Ik weet het niet, Jeevan. Dat is het korte antwoord. Ik weet niet wat er aan de hand is. Het is een griepvirus, zoveel is duidelijk, maar ik heb nog nooit zoiets gezien. Het is zo snel. Het lijkt zich gewoon razendsnel te verspreiden – ‘
‘Wordt het erger?’
‘De Eerste Hulp ligt vol,’ zei Hua, ‘wat een probleem is, aangezien de helft van het personeel op dit moment te ziek is om te werken.’
‘Zijn ze ziek geworden door de patiënten?
In de hal van Franks torenflat bladerde de nachtportier in een krant, en achter hem hing een abstract schilderij in grijs en rood dat van boven werd verlicht: het totaalbeeld werd streperig weerkaatst door de gepolijste vloer.
‘Het virus heeft de snelste incubatietijd die ik ooit heb gezien. Ik kom net bij een patiënt vandaan die hier in het ziekenhuis als verpleeghulp werkt en vanmorgen dienst had toen de eerste patiënten binnenkwamen. Ze werd een paar uur na aanvang van haar dienst ziek, ging vroeg naar huis, haar vriend bracht haar twee uur geleden met de auto terug, en nu ligt ze aan de beademing. Als je hieraan wordt blootgesteld, dan ben je binnen een paar uur ziek.’
‘Denk je dat het zich buiten het ziekenhuis zal verspreiden?…’ Het kostte Jeevan moeite om helder te blijven denken.
‘Het is allang buiten het ziekenhuis. Het is een totale epidemie. Als het zich hier verspreidt, verspreidt het zich door de hele stad, en ik heb nog nooit zoiets gezien.’ (blz. 30)

Jeevan besluit naar zijn broer te gaan, die op de bovenste verdieping van een appartementencomplex woont. Bij een supermarkt vlakbij koopt hij veel eten en drinken, zodat ze het een paar dagen kunnen uithouden zonder naar buiten te hoeven. Zal dit voldoende zijn om de ramp te overleven?

Inmiddels is het 20 jaar later. Als lezer reizen we mee met het Reizende Symfonieorkest. Zij reizen van dorpje naar dorpje om daar toneelstukken van Shakespeare op te voeren en klassieke muziekconcerten te geven.

Na de griep die als een neutronenbom over het aardoppervlak had geraasd en de schok van de ondergang die daarop volgde, na de eerste afschuwelijke jaren waarin iedereen voortdurend onderweg was, werd hun duidelijk dat ze geen enkele plek meer te voet konden bereiken waar het leven bij het oude was gebleven, en gingen ze wonen waar ze maar konden, voor de veiligheid dicht bij elkaar in truckerscafés en voormalige restaurants en motels. Het Reizende Symfonieorkest trok langs de nederzettingen van de getransformeerde wereld en deed dat al vanaf het vijfde jaar na de ondergang, toen de dirigent met een aantal van haar vrienden van haar militaire orkest de vliegbasis waar ze hadden gewoond had verlaten en op pad was gegaan, het onbekende landschap tegemoet.
Tegen die tijd hadden de meeste mensen zich ergens gevestigd, omdat alle benzine in Jaar Drie was verschaald en je niet eeuwig kunt blijven lopen. Na zes maanden van dorp naar dorp te zijn getrokken – dorp in de ruimste zin van het woord: sommige plaatsen bestonden uit vier of vijf gezinnen in een voormalig truckerscafé – was het orkest van de dirigent de troep Shakespeare-acteurs van Gil tegengekomen, die uit Chicago waren ontsnapt, vervolgens een paar jaar op een boerderij hadden gewerkt en inmiddels drie maanden onderweg waren, en ze hadden hun activiteiten gebundeld. (blz. 49)

Wat is er in de tussentijd gebeurd? Heeft Jeevan de Georgische Griep overleefd? Wie is de Profeet waar het Reizende Symfonieorkest over hoort?

Mening over het boek

“Station Elf” vertelt over de Aarde nadat de Georgische Griep een groot deel van de wereldbevolking heeft uitgeroeid. Op verschillende plaatsen zijn er kleine groepjes overlevenden. Na de Georgische Griep is de samenleving compleet ingestort. Er is geen electriciteit meer, geen internet, geen brandstof voor auto’s, treinen en vliegtuigen. Kirsten is één van de leden van het Reizende Symfonieorkest. Zij speelde ook mee in het toneelstuk waarin Arthur aan het begin van het verhaal overlijdt. In terugblikken komen we meer te weten over Arthur. Het verhaal springt heen en weer tussen de tijd voor de Georgische Griep en de tijd na de Georgische Griep. Langzaam maar zeker kom je als lezer meer te weten over de relatie tussen Arthur, Jeevan en Kirsten. Hoe hebben hun levens elkaar gekruisd?
Ik vond het een intrigerend, spannend en mooi verhaal. De sfeer deed me denken aan het boek “The passag” van Justin Cronin. Daar wordt in het nawoord door de schrijfster ook expliciet naar verwezen. Het verhaal geeft een goed beeld van wat er kan gebeuren als er zich zo’n ramp op Aarde afspeelt en alle samenlevingen in storten. Het is fijn om te lezen dat mensen ook in staat zijn om dat te overleven.

Via de Club van Echte Lezers (van uitgeverij AtlasContact) heb ik een vooruitleesexemplaar van dit boek ontvangen.


Koop een boek

De leukste plek om een boek te kopen is een (kinder)boekwinkel. Als je toch online wilt kopen doe dat dan via Libris of bol.com en ondersteun mijn website.