Steve Toltz – Moeras (2016)

boekomslag Steve Toltz - Moeras

Liam is schrijver (en dat lukt maar moeizaam) en een gemankeerde politieman. Aldo is zijn beste vriend en muze, een onhandig criminele ondernemer met een zesde zintuig voor tegenspoed. Naarmate Aldo’s geluk afneemt, raakt Liam er steeds meer van overtuigd dat hij zijn volgende boek wild baseren op Aldo’s rampspoed en vruchteloze pogingen om die ene grote liefde terug te winnen: zijn ex-vrouw Stella. Wat begint als een idee om enige betekenis te destilleren uit al Aldo’s tegenslag, eindigt in een diepgaand verhaal over vertrouwen en vriendschap.

Boekinformatie
Schrijver: Steve Toltz
Titel: Moeras
Uitgeverij: Atlas Contact
Jaartal: 2016
Bladzijden: 462
Vertaler: Anne Jongeling
Genre: geen
Leeftijd: 18+
Mijn mening: 2 sterren

  • ik heb dit boek in oktober 2016 gekregen via Hebban om mee te doen aan een leesclub over dit boek
  • ik las dit boek van 11 oktober t/m 7 november 2016 en toen ben ik gestopt met het boek. Dit boek telt niet mee voor de boeken die ik in 2016 gelezen heb

Over het verhaal

Bij de schuimende waterlijn, waar spitse golfjes op de zwarte rotsen breken, staat een halfnaakte strandwacht met zijn voeten diep in het natte, lichtrode zand weggezonken, als een magnifieke Jezus-van-de-zee. Een jongetje loopt op een slecht getimed moment een breker tegemoet en slat achterover. Een kale man gooit een balletje voor zijn labrador, waarmee een andere hond, niet van hem, aan de haal gaat. In de nevelsluier schopt een lange brunette – van deze afstand is het alsof ze gebukt gaat onder haar borsten – een plens water over haar zonnebadende, blonde kompaan.
De drie andere gasten in het strandpaviljoen hangen nu al laveloos over de uitgebleekte toog van de bar. Het is elf uur in de ochtend. Aldo, in zijn logge rolstoel, waarvan het linker achterwieltje piept als hij kracht zet, kijkt even uit het gezandstraalde raam naar het gezwel van verblindend licht. Hij draait zich naar me om. ‘Ik ben niemands muze,’ zegt hij. (blz. 9)

Het verhaal begint met Liam en Aldo die samen bij een strandtent zitten. Aldo zit in een rolstoel. Liam vertelt Aldo dat hij een boek wil schrijven over hem. Aldo is hier niet blij mee, hij is geen muze. Ze kennen elkaar al sinds hun schooltijd. Ze zijn inmiddels in de 40, maar nog steeds vrienden.

Liam wil al jarenlang schrijver worden, maar het wil niet echt lukken. Een docent vertelde hem ooit dat hij moet schrijver over een persoonlijk onderwerp. Daar is Liam nog steeds naar op zoek.

Na mijn schooltijd bleef ik gedurende een tijdsbestek van tien jaar naarstig op zoek naar dat persoonlijke onderwerp, en ik schreef lustig over mijn kinderlijke fascinatie met spontane ontploffingen, moerassen, piranha’s, builenpest, tijdcapsules, de evenaar, verstekelingen, reuzenoctopussen, narcolepsie en de missie die ik als zeventienjarige op me nam om alle gebochelden in de stad op te sporen (we hebben er twee). Ik schreef ook over mijn kortstondige affaires met biseksuelen van beide seksen en hoe ik het soort baantjes kreeg dat meestal voor illegalen was weggelegd of voor gedetineerden op proefverlof. Ofwel: hoe ik onder aan de ladder begon en me van daaraf zijwaarts bewoog, van bordenwasser in een Italiaans restaurant tot bordenwasser in een Japans restaurant, van verkoper in een sportzaak tot verkoper in een dierenwinkel enzovoorts; ik werkte bij hulplijnen, in fastfoodrestaurants, waar ik in bedrijfstenue mensen wegstuurde die bij ons naar de wc wilden, ik wachtte op klanten die bij ons de weg vroegen naar de concurrent, ik kreeg het op mijn heupen van mijn collega’s met hun we-zitten-allemaal-in-hetzelfde-schuitje-koppen en ik volgde de instructies van leidinggevenden die te bescheten waren voor de strop of het scheermes en een einde an hun leven probeerden te maken door zich als terminale klootzak te gedragen. Het probleem was tweeledig: geen van mijn schrijfsels wilde deugen en door het surrogaatleven dat ik leidde, hield ik alles en iedereen op een prettig afstandje. Ik zocht geen partner, ik exploiteerde mensen, ik ging geen relaties aan, ik had escapades. Ik kreeg het vermoeden dat er zich in mijn ziel een carnivoorachtige duisternis had ontwikkeld die de nieuwsgierigheid naar de zijlijn had gedrukt, dat ik opzettelijk voor twaalf ambachten, dertien ongelukken had gekozen en doelbewust mannen en vrouwen oppikte die totaal niet bij me pasten; het ging me gewoon om een wip en een lik in goedkope hotelkamers in de hoop op materiaal voor een boek. (blz. 28)

Maar nu, nu ze samen bij een strandtent zitten, weet Liam het opeens. Aldo zal zijn persoonlijke onderwerp worden.

Ik hoefde geen personage meer te verzinnen; ik zou mijn lezers het meest realistische personage geven dat ik kende. Natuurlijk leek zijn leven in de verste verte niet op ‘de manier waarop wij nu leven’, want wie zo’n soort leven leidt kan het niet navertellen. Dat navertellen zou ik voor hem doen! Het zou een complete overzichtstentoonstelling van al zijn gekkigheden en gebreken worden. Verlicht voelde ik me, en ook onverschrokken, als een oorlogscorrespondent die live vanuit de hel verslag zou doen. Ik zou met een reportage komen. Eindelijk! Mijn persoonlijke onderwerp. (blz. 81)

Het boek vertelt daarna afwisselend dingen uit het verleden (over Aldo) en het heden. Liam beschrijft Aldo als een verkoper, als iemand die overal geld aan wil verdienen.

Ik kan me nog het moment herinneren waarop Aldo niet eens meer voor de vorm naar de rekening greep. Het was in hetzelfde jaar dat hij tsjirpende krekels als ringtone had en mikte op de ren waar de kippen met gouden eieren nestelden: het internet. Zijn eerste start-up was een relatiesite waar alle overgebleven single vrouwen in New York en Londen contact konden leggen met de aan de Chinese eenkindpolitiek ontsproten single mannen in Sjanghai en Beijing, waarbij hij de hunkering en het racisme respectievelijk schromelijk over- en onderschatte, en de tweede een pornosite, ‘Fruit’n’Vag, gespecialiseerd in links naar wanstaltige en ondenkbare niches als ‘Bijbels’, die zelfs de schunnigste adverteerders afschrikten, bang om geassocieerd te worden met beelden van Maria Magdalena en de ezel van de barmhartige Samaritaan. Zelfs aan Y2K wist hij geen stuiver te verdienen! Net als in de voorliggende jaren met gestrande ondernemingen, zoals zijn mislukte foodtruck, de opgedoekte dancefeesten in pakhuizen, de vernielde automaten met gezonde snacks, het niet-functionerende detectieapparaat voor de pinda-allergie, de doodgelopen zonnesalon annex taxi en dergelijke, oogstte hij niets anders dan achterstallige betalingen. (blz. 135)

Zal het Liam nu eindelijk lukken om een boek te schrijven? Wat is er met Aldo gebeurd waardoor hij nu in een rolstoel zit?

Mijn mening

Ik heb dit boek gelezen voor de Hebban leesclub over “Moeras”. Op de website van Hebban zijn regelmatige leesclubs waarvoor je je kunt aanmelden. Als je uitgekozen wordt krijg je van de uitgeverij het boek opgestuurd en heb je daarna 6 weken de tijd om het boek te lezen, mee te praten over verschillende leesclubvragen en een recensie te schrijven. Hier vind meer informatie over deze leesclub.

Maar goed, eerst mijn mening over het boek. Ik ben halverwege het boek en ik weet nog steeds niet of ik het uit ga lezen. Al vanaf het begin van het boek had ik er moeite mee. Het ligt niet aan de lange zinnen, of aan het feit dat er afgewisseld wordt tussen stukken tekst die in het heden spelen en flashback. Het ligt voornamelijk aan het feit dat ik Liam en Aldo irritante personages vind. Allebei willen ze veel bereiken, maar dat lukt hen niet. Ze klagen er over, maar ze veranderen maar weinig aan zichzelf. Het lijkt wel alsof ze vinden dat alles aan anderen ligt. De enige reden waarom ik toch nog tot de helft van het boek ben gekomen is omdat ik wil weten waardoor Aldo in een rolstoel is terecht gekomen.

Op de achterkant van het boek staat ‘Het grappigste boek dat ik de afgelopen twaalf maanden heb gelezen’. Maar ik heb tijdens het lezen niets grappigs kunnen ontdekken. Ik vond het juist een erg triest verhaal. Een verhaal waarbij zowel Liam als Aldo in een persoonlijk moeras vast lijken te zitten. Het lijkt wel alsof ik een heel ander boek heb gelezen, dan de recensent van The Timer van wie het citaat afkomstig is. Ik ben benieuwd of ik het boek uiteindelijk uit ga lezen. Drie weken geleden heb ik er voor het laatst in gelezen…

En wat vond ik van de Hebban leesclub?

Dit was de eerste keer dat ik met een leesclub op Hebban meedeed. Dit boek leek me interessant en daarom heb ik me opgegeven. Ik ben niet direct met het lezen van het boek begonnen, omdat ik nog recensieboeken had liggen. Ik stelde me zelf voor in het leesclubcafé en was benieuwd naar de andere lezers. De meeste mensen begonnen al snel met het lezen en zodra ze het boek uit hadden begonnen ze met het beantwoorden van de leesclubvragen. Aan het beantwoorden van deze vragen moest je uiterlijk 21 oktober beginnen. Ik was toen halverwege het boek, maar ik begon alvast met het beantwoorden van de eerste vragen. Op diezelfde dag kwam er van de leesclubbegeleider een stukje in het leesclubcafé waarin meerdere mensen met naam werden genoemd, omdat ze volgens haar niet snel genoeg waren met lezen. Ik was 1 van die mensen. Toen ik dat zo las was ik boos. Boos omdat de leesclub pas halverwege is en we hier schools worden behandeld. Ook bij middelbare scholieren werkt zo’n aanpak niet… Als je wilt weten of mensen wel bezig zijn met het lezen en de leesclub kun je ze veel beter een persoonlijk berichtje sturen. We kregen tenslotte de algemene informatie over de leesclub ook via een mailtje. Door dit bericht werd mijn plezier in de leesclub minder. Ik merkte ook dat er maar erg weinig interactie was in de leesclub. Er werd weinig gereageerd op antwoorden van andere mensen. Ik weet uit ervaring dat een leesclub erg leuk kan zijn. Je wordt uitgedaagd om je mening onder woorden te brengen en over bepaalde dingen na te denken. Soms levert dat heel interessante discussies op. Maar dat gevoel kreeg ik hier niet. Ik denk dan ook dat mijn deelname aan een Hebban leesclub eenmalig zal zijn.

Met dank aan uitgeverij Atlas Contact voor het recensie-exemplaar


Koop een boek
De leukste plek om een boek te kopen is een boekwinkel. Als je online koopt via deze links van Libris, bruna of bol. krijg ik een klein percentage van de verkoper én ondersteun je deze website.

Vergelijkbare berichten