Marcel Vaarmeijer – Voor wie ik heb liefgehad (2016-38)
Wanneer de negentigjarige Louise Veldman op een dag een pakketje met haar oude dagboeken bezorgd krijgt in het verpleeghuis waar ze woont, wil ze ze weggooien. Maar een bevriende verpleger weet haar ervan te weerhouden en hij leest haar de dagboeken voor. De gruwelen van de oorlog, de mannen die Louise heeft liefgehad en is kwijtgeraakt, alles waar ze al die jaren voor is weggelopen, beleeft ze opnieuw. Als de boeken uit zijn, resten er nog twee vragen: wie heeft ze gestuurd, en is haar zoektocht naar de liefde echt voorbij?
Boekinformatie
Schrijver: Marcel Vaarmeijer
Titel: Voor wie ik heb liefgehad
Uitgeverij: Luitingh-Sijthoff
Jaartal: 2016
Bladzijden: 320
Genre: geen
Leeftijd: 18+
Mijn mening: 4 sterren
- ik heb dit boek in 2016 als recensieboek gekregen van uitgeverij Luitingh-Sijthoff
- ik las het boek van 11 t/m 18 maart 2016 en dit was boek 38 van de boeken die ik in 2016 gelezen heb
Over het verhaal
‘Een wonderschone morgen, mevrouw Veldman.’
Haar stem slaat als een kanonskogel mijn kamer binnen. Twee klompen klossen luid over de vloer. Ze heeft een luchtje op, een penetrant goedkoop luchtje, waarschijnlijk van haar man gekregen. Mannen van vandaag weten niet meer hoe ze een vrouw moeten behagen. Goedkope luchtjes, verlepte chrysanten, sieraden die na drie dagen groen uitslaan, veel meer hebben ze niet te bieden en veel meer hebben die meiden ook niet nodig.
Als ze de gordijnen met een onbeheerste ruk heeft opengetrokken, buigt ze zich over mij heen.
Hoofdzuster Melissa, alleen haar dwingende blik is al voldoende om uit bed te springen en de benen te nemen. Maar de jaren dat ik uit bedden sprong en de benen nam liggen ver achter mij.
‘Heb je goed geslagen, Louise?’ brult ze mij toe, alsof ik doof en seniel ben. Dat heeft de dokter ooit in mijn medisch dossier geschreven. Dokters schrijven veel in medisch dossiers: pertinente waarheden, veronderstelde waarheden, uit de lucht gegrepen waarheden. Die laatste categorie schijnt steeds vaker op te duiker, vooral in dossiers van dokters die beter violist of groenteboer hadden kunnen worden. (blz. 2 van 242)
Louise Veldman is 90 jaar en woont in een verzorgingstehuis. Ze heeft met bijna niemand contact, want ze wil alleen zijn. Haar zoon en zijn vrouw komen wel regelmatig op bezoek. Louise doet haar best om onzichtbaar te worden, te verdwijnen…
Eenmaal in een kleine ruimte is verdwijnen een kwestie van tijd. Veel meer dan wat toewijding en geduld heb je niet nodig om het volk om je heen de illusie te geven dat je weg bent, dat je bent vertrokken naar een oord waar niemand je meer kan bereiken.
Het verbreken van de communicatie is van groot belang. Communicatie is wat ons met elkaar verbindt. Wie communiceert bestaat en zal nooit in de buurt komen van het verdwijnen.
Zo is mijn doofheid ontstaan, mijn vermeende doofheid. Door niet langer of warrig te reageren op wat de mensen uitkraamden, werd mijn vermogen om te communiceren grondig verstoord.
De meesten hadden het snel begrepen. ‘Louise is doof,’ zeiden ze tegen elkaar, ‘wat wil je op die leeftijd.’ Een enkeling negeerde die vaststelling en bleef onvermoeibaar tegen mij aan praten. ‘U ziet er keurig uit, mevrouw. Komt u uit een rijk gezin? Rijke mensen zien er altijd keurig uit.’
Die kwakende monsters kun je het beste negeren, dan druipen ze vroeg of laat vanzelf af. Mocht dit niet het geval zijn, is slaan de beste oplossing. Een flinke mep is doorgaans voldoende, al moet ik bekennen dat ik me wel eens heb laten gaan. Ooit was er een man die de hele dag aan mijn hoofd zanikte, hij achtervolgde me zelfs door de gangen van het tehuis en ging op de vloer voor de wc zitten wanneer ik me schuilhield in een hokje. Hem heb ik ernstig toegetakeld, buiten het zicht van derden uiteraard, anders zou er melding van worden gemaakt.
Dementeren is de tweede en tevens laatste stap in het verstoren van de communicatie. Als er voortdurend wartaal uit je mond komt, houden ze het gauw voor gezien. Met een dement mens, dat nog doof is bovendien, is het lastig babbelen. Toen ik dat stadium had bereikt en iedereen mij negeerde, kon ik me met een gerust hart terugtrekken in de kamer die ik schreeuwend had veroverd en nooit meer zal afstaan. (blz. 5)
Louise heeft wel contact met Fabio. Hij werkt in het verzorgingstehuis. Louise vindt het fijn als Fabio bij haar op bezoek komt. Fabio masseert haar voeten en ze praten veel. Op een dag wordt er een pakketje bij Louise bezorgd. Dat is vreemd want ze heeft al jaren geen post ontvangen. Ze tekent voor ontvangst en legt het pakketje aan de kant. Pas ‘s avonds als Fabio bij haar op bezoek komt denkt ze weer aan het pakketje.
Als ik het pakpapier van het pakketje heb gehaald, deins ik geschrokken achteruit. Mijn spieren verstijven, mijn ademhaling stokt, mijn hart bonst in mijn keel. Fabio geeft me snel een slokje thee. Mijn ademhaling komt weer op gang, mijn spieren blijven stijf, mijn hart bonst onverminderd door.
Voor mij ligt een stapel boeken, twaalf rode boeken. Sommige zijn een beetje verkleurd, andere zo rood als bloed.
Fabio pakt het bovenste boek van de stapel en slaat het open. ‘Looburg, 12 april 1934…’
In een reflex sla ik het boek uit zijn handen. Ik ben opgestaan en bal mijn vuisten. De onrust die ik de hele dag heb gevoeld, het driegende onheil dat me bekroop, het waren slechts voorbodes van een moment waarvoor ik al vijftig jaar op de vlucht ben en dat me vlak voor de finish heeft ingehaald. (blz. 46)
In het pakket zitten oude dagboeken van Louise. Ze wil dat Fabio ze weggooit. Ze wil niet terugdenken aan haar verleden. Fabio bewaart de dagboeken stiekem. Een paar dagen later vertelt hij dit aan Louise. Hij biedt aan om haar voor te lezen, zodat ze niet zelf haar verleden hoeft terug te lezen en ze hierbij niet alleen is. Dat wil ze wel. Zo vaak mogelijk komt Fabio bij Louise langs om voor te lezen. Ze vindt het moeilijk om haar verleden terug te horen.
Het is tijd om een keuze te maken. Het leven bestaat uit het maken van keuzes: wel of niet in bed kruipen, wel of niet je tanden poetsen, wel of niet van het dak springen, wel of niet doorgaan met het openscheuren van mijn verleden. Verdragen doe ik het nu al niet meer, waarom zou ik er dan mee doorgaan? Waarom zou ik nog naar boek zes, negen en twaalf luisteren als boek drie al onverdraaglijk is? (blz. 124)
Zal Louise alle dagboeken laten voorlezen? Wie heeft haar dagboeken gevonden en opgestuurd?
Mijn mening
Ik ken Marcel inmiddels al een paar jaar en ik heb meerdere boeken van hem gelezen, zowel jeugdboeken als romans. Ik houd van zijn schrijfstijl, dus toen ik hoorde dat hij een nieuw boek uit had wilde ik dat graag lezen. Op vrijdag 12 februari was de boekpresentatie van dit boek en daar was ik ook bij. Lees hier mijn verslag.
Ik vond het een mooi, fascinerend, zielig en soms pijnlijk verhaal. Marcel heeft een boeiende manier van schrijver waarbij humor en ernst elkaar afwisselen. Tijdens de boekpresentatie vertelde hij dat dit boek gebaseerd is op zijn eigen leven. Louise is zijn moeder. In het verhaal heeft Louise weinig goeds te vertellen over haar zoon. Dat vond ik pijnlijk om te lezen. Ze komt naar voren als een erg egoïstische vrouw. Uit haar dagboeken blijkt deels waarom ze zo verbitterd en egoïstisch is, maar het verklaart volgens mij niet alles. Zelfs als ze jong is, voordat de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, stelt ze haar eigen leven en wensen voorop. Ik ben erg benieuwd hoe de relatie tussen Louise en haar zoon, die ze ‘de jongen’ noemt, zich verder zal ontwikkelen.
Als ik iemand zou moeten kiezen die ik in het echt zou willen ontmoeten, dan zou dat Fabio zijn. Hij komt over als een vriendelijke man. Hij heeft aandacht voor mensen en wil hen helpen. Zijn vrouw heet trouwens Mathilde :-). Ik vond het best vreemd om mijn eigen naam in het verhaal tegen te komen.
Voor wie is dit een leuk boek?
- voor mensen die “De gloriedagen van Walter Gom” met plezier gelezen hebben
- voor mensen die houden van romans waarin de Tweede Wereldoorlog voor komt
- volgens de uitgeverij is dit boek een aanrader voor: liefhebbers van Roddy Doyle, van Het Rosie Project van Graeme Simsion en voor liefhebbers van Rose van Rosita Steenbeek.
Al met al vond ik het een mooi boek om te lezen! Ik vind het omslag trouwens ook erg mooi. Als ik niet wist van wie dit boek was zou ik het in de boekhandel in ieder geval oppakken om de achterkant te lezen. Ik ben benieuwd naar het vervolg van dit verhaal.
Met dank aan uitgeverij Luitingh-Sijthoff voor het recensie-exemplaar