Even bijpraten over negen gelezen boeken – deel 1

Sinds eind april heb ik negen boeken gelezen. Ik ben er tot nu toe niet aan toegekomen om er over te schrijven. Ik zal het daarom kort houden. Een goed voornemen is om in het vervolg direct nadat ik een boek uit heb een verslag te geven.
Okee, lezer: ik wens u veel leesplezier! Eerst met deze blogbijdrage en daarna natuurlijk met het lezen van al deze boeken

Nancy Farmer – Leerling van de kraai
Engeland 793. De 11-jarige Jack woont met zijn ouders en zijn zusje Lucy in een Angelsaksisch dorp aan de kust. Hij is in de leer bij de bard, die hem laat zien hoe hij zijn magische krachten kan ontwikkelen.
Op een nacht wordt het dorp aangevallen door Vikingen. Jack en Lucy worden gevangengenomen en op het schip van Olaf Een-Brauw meegevoerd naar het noorden, waar Ivar de Beenderloze en zijn angstaan-jagende vrouw Frith de scepter zwaaien. Jack weet te ontsnappen, maar om zijn zusje te redden moet hij op zoek naar een magische bron in het land van de trollen – als hij daaruit drinkt zal hij weten wat hem te doen staat.
Zo begint Jack aan een avontuurlijke tocht, waarbij hij het moet opnemen tegen draken, reuzenspinnen en andere enge monsters, die hij dankzij zijn magische krachten – en een flinke dosis geluk – alle weet te verslaan. Uiteindelijk weet Jack zijn doel te bereiken en keert hij met Lucy ongedeerd naar huis terug.

Wat een spannend verhaal! (tekst en plaatje van bol.com)

Theo Thijssen – De gelukkige klas
De gelukkige klas (1926) is het ontroerende en tegelijk geestige dagboek van een onderwijzer, meester Staal, waarin hij de dagelijkse gang van zaken in zijn klas beschrijft. Hij ziet het als zijn levenstaak de kinderen geborgenheid te geven, en ze
ook nog wat te leren. Hij zegt: ‘M’n heerlijke, lieve, lastige stel, ik weet eigenlijk maar één ding: de jaar of wat dat ik jullie heb en dat jullie mij hebben, behoren wij enkel maar een gelukkige klas te zijn. En de rest is nonsens hoor, al zal ik dat jullie nooit zeggen.’
Meester Staal bindt de strijd aan met onderwijshervormingen, tegenwerkende onderwijsinspecteurs en onveilige thuissituaties van de kinderen. Iets dat onderwijzers van vandaag de dag zeker zullen herkennen. Theo Thijssen – van origine zelf onderwijzer – noemde dit boek ‘Een hymne op het onderwijzersschap’.

Dit boek heb ik in november bij de bibliotheek gekregen. Ik vond het een leuk boek om te lezen. Het geeft een beeld van het onderwijs. Ik vond het opvallend dat er nog zoveel hetzelfde is gebleven. (tekst van bol.com, plaatje van profielen.hro.nl)

Jean-Pierre Luminet – De bibliotheek van Alexandrie
In het jaar 642 staan de troepen van generaal Amr voor de poorten van Alexandrië. Het bevel luidt de beroemde bibliotheek in brand te steken. In Medina heeft kalief Omar zijn troepen opgedragen alles te vernietigen wat tegen de Islam ingaat. Een oude christelijke filosoof, een joodse arts en vooral de schone en geleerde Hypatia, wiskundige en musicienne, ondernemen een poging om Amr af te houden van de vernietiging van de in eeuwen opgebouwde schat, de Alexandrijnse bibliotheek.
Zij vertellen hem het leven van geleerden, dichters en filosofen die binnen de muren hebben geleefd en gewerkt: Euclides, maar ook Archimedes, Aristarchus van Samos, die ontdekt dat de aarde om de zon draait, Ptolemaeus en vele anderen die hun strijd om de waarheid al dan niet met hun leven bekochten. Zij waren de mensen die nieuwe wereldbeelden creëerden en daarmee bijdroegen aan de bloei van de Griekse cultuur en wetenschap.

Zal generaal Amr Omar gehoorzamen? Hebben de Arabieren de bibliotheek van Alexandrië echt verbrand? Of is deze het slachtoffer geworden van de dwaasheid der mensen door de eeuwen heen?
Leuk boek waarin je een beeld krijgt van het opbouwen van kennis en een bibliotheek. (tekst en plaatje van bol.com)

Hubert Lampo – De duivel en de maagd
“De duivel en de maagd” bekleedt een aparte plaats in het oeuvre van Hubert Lampo. De schrijver had met dit werk een volledig objectieve roman op het oog. Hiermede bedoelde hij een boek, waarin hij zichzelf niet identificeert met de mannelijke hoofdpersoon, wat praktisch in geheel zijn overig oeuvre het geval is. Wie vertrouwd is met Lampo’s werk merkt trouwens terstond, dat Gilles de Rais, de inderdaad historische vijftiende-eeuwse Bretonse edelman, voor hem een object van studie is geweest, waardoor hij met verbijstering en nieuwsgierigheid werd vervuld. Waarom werd een man, eens de wapengezel van Jeanne d’Arc, een duivel in mensengedaante, die zijn weerga niet vindt in de geschiedenis? Op deze vraag heeft Hubert Lampo een antwoord trachten te geven in dit boek over een zwarte-magier dat, de onvermijdelijke vrije interpretatie van de romancier ten spijt, op historische documenten berust. Een verhaal, typerend voor wat door de grote geleerde Huizinga als ‘het herfsttij der middeleeuwen’ werd gekenschetst.

Ik heb het afgelopen jaar een paar boeken van Hubert Lampo gelezen. Hoe meer ik er lees, hoe meer ik er wil lezen.

Vergelijkbare berichten